Het voegen gebeurt meestal door een gespecialiseerde aannemer nadat het metselwerk is uitgehard. Bij doorstrijkmortel wordt het voegwerk onmiddellijk afgewerkt. Verlijmd of dunbedmetselwerk behoeft meestal geen extra afwerking met voegmiddel. Het uiterlijk van het metselwerk wordt sterk beïnvloed door de voeg, vooral: de kleur en de voegdikte, het voegtype en de structuur van de voeg (glad, grof, geborsteld enz.).
Metselwerk bestaat immers voor ca. 20 tot 25 % uit voegen. Het is raadzaam om op het uitgevoerde metselwerk stalen te plaatsen om de voeg te bepalen. In het algemeen worden hiervoor drie representatieve stalen gezet. Bij doorstrijkmortel, dunbed- en lijmmortel worden de kleur van de voeg en de textuur ervan onmiddellijk door de mortel zelf bepaald.