Belasting bij verticaal en traditioneel metselwerk
Belasting bij verticaal en traditioneel metselwerk

Kenmerken van verticaal metselwerk

Bij een traditioneel metselwerk ontstaat een stabiele constructie door het horizontaal verband met verspringende voegen. Een bovenliggende steen geeft zijn belasting door naar twee onderliggende stenen waardoor de lasten verspreid worden over de muur.

In een verticaal metselwerk zijn de lintvoegen verticaal georiënteerd en worden de lasten opgenomen door de afschuifsterkte van het verticaal metselwerk. Een goede hechtsterkte tussen de mortel en gevelsteen is hierbij belangrijk. 

Technische aanbevelingen

Voor de het ontwerp en de uitvoering dient er rekening te worden gehouden met volgende zaken:  

  • De lijmmortel is afgestemd op de initiële wateropname (IW-klasse) van de gevelstenen, terug te vinden in de technische fiche. Dit is belangrijk voor een goede aanvangshechting, sterke verbinding, vlotte verwerking en vermindert de kans op scheuren. Het afstemmen van de mortel gebeurt in overleg met de mortel- en gevelsteenproducent.  
  • Het is aangewezen voldoende spouwankers te voorzien. 
    In de STS 22 ‘Metselwerk voor laagbouw §8.6 Spouwbladen’ wordt een hoeveelheid spouwhaken van 5 stuks/m2 aangeraden. In overleg met de producent kan men eventueel een extra spouwanker per vierkante meter voorzien.  
  • Breng de spouwankers zo veel mogelijk verspringend aan. Dit beperkt de spanningen in het metselwerk en zorgt voor een goede spreiding van de belasting. 
  • Gebaseerd op de strengste eisen in de STS 22 wordt er geadviseerd horizontale en verticale uitzettingsvoegen te voorzien. 
  • Afhankelijk van het ontwerp zou een ontlastingsprofiel of lintvoegwapening geplaatst kunnen worden boven het verticaal metselwerk om de bovenliggende belasting te verdelen zodat de belasting en afschuifspanningen op het verticaal metselwerk afnemen.  
  • Deze verticale afschuifspanningen moeten beperkt blijven gezien het gebrek aan verband tussen de stenen.  
  • Voor advies i.v.m. de lintvoegwapening (Murfor E35) is er een samenwerking met Bekaert. 
  • Wanneer de gepaste info wordt bezorgd (plannen, detail, type steen, type mortel of lijm en verband) kan er een advies worden gegeven waar lintvoegwapening te voorzien. 
  • Ingeval de plintzone wordt uitgevoerd in verticaal metselwerk wordt zoals steeds een waterkeringslaag of diba geplaatst. Bij de overgang naar het horizontale metselwerk adviseren we deze folie, DPC-folie en een minimum van 1 open stootvoeg per lopende meter te voorzien. Dit conform de richtlijnen in de STS 22. Het maaiveld komt bij voorkeur niet hoger dan de aanzethoogte van de plint en loopt onder voldoende helling weg van de woning.  
  • Indien het verticaal metselwerk een vrije rand heeft is er knikgevaar. Door het zijdelings schoren met stijve penanten, pijlers of muren in horizontaal metselwerk kan men dit opvangen. Kunnen de randen niet geschoord worden (bv. ter plaats van raamopeningen, muureinde) dan moet de vrije hoogte beperkt worden om uitknikken van de rand te voorkomen en is aan te bevelen een lintvoegwapening aan te brengen en de randen te verankeren met lateihaken.  
  • Ingeval het ontwerp volledige verdiepingen of grote oppervlaktes in verticaal metselwerk voorziet kan een uitvoering met steenstrippen eventueel voordelig zijn.  
  • Steenstrippen verlijmen sneller en lateien, geveldragers of lintvoegwapeningen vallen weg. 

Ontdek meer artikels over de technische kant