Stap-voor-stap gevelstenen metselen: waar je op moet letten
Controleer je levering en stockage
- Check de levering: komen de productiecodes overeen? Zijn de stenen onbeschadigd?
- Meng de pallets: neem stenen diagonaal uit 4 à 5 verschillende pallets om kleurverschillen te vermijden.
- Stockeer correct: snij de verpakking open, dek opnieuw af en plaats de pallets beschut tegen regen of opstijgend vocht.
Zo vermijd je kleuraflijningen en beschadigingen nog vóór de eerste steen verwerkt is.

Kies de juiste mortel
Een van de grootste fouten bij metselwerk is het gebruik van de verkeerde mortel. De mortel moet afgestemd zijn op de zuigkracht van de steen (IW-waarde). Bij Ebema vind je daarom een uitgebreid lijm- en morteladvies (PDF) met duidelijke richtlijnen.
🔑 Belangrijk:
- Bij teveel wateropname “verbrandt” de mortel en krijg je slechte hechting.
- Bij te weinig opname gaan stenen “drijven”.
- Werk altijd met zuiver water en het juiste type zand.
- Kies kleurstoffen die kleuren in de massa om uitbloei en kleurverschillen te voorkomen.

Metsel in de juiste omstandigheden
Weersomstandigheden hebben meer impact dan je denkt:
- Werk tussen 5 en 30 °C, niet bij regen, hittegolven of vorst.
- Dek vers metselwerk altijd af met een plastic folie van ±80 cm.
- Zorg dat regenwater nooit langs de gevel stroomt bij onafgewerkte goten of dakranden.
Zo voorkom je uitbloei, uitloging en zelfs structurele schade.

Respecteer het metselverband
Het verband bepaalt mee de esthetiek van je gevel. Bij een halfsteens verband is het cruciaal dat de stootvoegen correct boven elkaar liggen. Een fout geplaatst verband leidt tot “dansende voegen” die meteen zichtbaar zijn.
👉 Ontdek meer over de verschillende metselverbanden en hoe ze je gevel een eigen karakter geven.

Dilatatie en wapening
- Voorzie altijd dilatatievoegen bij lange muren of grote geveloppervlakken.
- Gebruik metselwerkwapening op spanningsgevoelige plaatsen, zoals boven ramen of schuifpuien.
Zo vermijd je scheurvorming op lange termijn.

Voegen en afwerking
Na het metselen volgt het voegen.
- Krab de voegen uit tot 1,5 keer de voegbreedte.
- Gebruik de juiste voegmortel voor optimale hechting.
- Bij dunne voegen (5-8 mm) is dunmetselen of lijmen een beter alternatief.
